Marinus Pieroen was vanaf 1934 werkzaam bij het Ministerie van Sociale Zaken in zijn woonplaats Den Haag. Rekening houdend met een geallieerde invasie via een landing op de Nederlandse kust, besloot de bezetter eind 1942 dat het Nederlandse bestuursapparaat van Den Haag moest worden verplaatst naar het midden en oosten van het land. De evacuatie had eveneens de verhuizing van duizenden ambtenaren tot gevolg.
In februari 1943 werd Pieroen als chef bemiddelaar tijdelijk gedetacheerd bij het Gewestelijk Arbeidsbureau (GAB) in Amsterdam en verhuisde hij met zijn echtgenote, dochter (3) en zoontje (1) naar een woning in de Lekstraat. In samenwerking met een aantal GAB-collega’s saboteerde Pieroen op grote schaal Duitse opdrachten met als doel arbeiders te vrijwaren die in aanmerking kwamen voor verplichte tewerkstelling in Duitsland.
Vijf dagen nadat het verzet op 5 januari 1945 een aantal Duitsgezinde GAB-medewerkers had neergeschoten, werden zeventien van sabotage verdachte GAB-medewerkers – onder wie Pieroen – gearresteerd. Zij werden overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Op 18 januari 1945 werd Pieroen samen met tien collega’s bij Rozenoord aan de Amsteldijk gefusilleerd.
Marinus Piroen ligt begraven op de de Eerebegraafplaats Bloemendaal.
Heeft u aanvullende informatie over Marinus Jacobus Pieroen? U kunt hier uw informatie toevoegen.