Leo Bosch was matroos 2e klasse bij de Koninklijke Marine. Na de capitulatie woonde hij bij zijn ouders in Den Helder. Terwijl zijn moeder haar winkel met zuivelproducten beheerde en zijn vader ventte met paard-en-wagen, liep hij met een handkar in een ‘eigen’ wijk.
Regelmatig nam de 1,97 meter lange, atletisch gebouwde en fel anti-Duitse Bosch het op straat op voor mensen die door de bezetter dreigden te worden aangehouden of gearresteerd. Op deze wijze raakte hij in mei 1942 betrokken bij een vechtpartij met Duitse militairen, waarbij hij werd overmeesterd en afgevoerd naar kamp Amersfoort. Enige weken later werd hij op transport gesteld naar Duitsland en tewerkgesteld in een munitiefabriek in Mühlheim a/d Ruhr.
Als gevolg van de in Amersfoort ondergane mishandelingen was Bosch gedeeltelijk verlamd geraakt. Hij was niet meer in staat om te werken en kreeg in november 1942 toestemming naar huis terug te keren. In september 1944 – inmiddels hersteld en weer werkzaam in de ouderlijke melkhandel – sloot hij zich aan bij de Stoottroep Den Helder-Anna Paulowna van de Binnenlandse Strijdkrachten-Strijdend Gedeelte. Bosch ontving wapeninstructies, verrichtte koeriersdiensten en volgde EHBO-lessen.
Op 5 februari 1945 werd hij met andere leden van de stoottroep gearresteerd en de volgende dag overgebracht naar Amsterdam. Hier werd hij samen met zijn collega-stoottroepers Zeger Besterveld en Jacobus Roman op 27 februari 1945 bij Rozenoord aan de Amsteldijk gefusilleerd.
Leonardus Bosch ligt begraven op de Eerebegraafplaats Bloemendaal.
Heeft u aanvullende informatie over Leonardus Bosch? U kunt hier uw informatie toevoegen.