Henk Temme (‘Groen’) was in 1935–1937 in dienst van De Arbeiderpers als fotoredacteur. Hierna werkte hij als freelance (foto)journalist voor verschillende buitenlandse tijdschriften. Na de bezetting stopte Temme om principiële redenen zijn werk en begon in Amsterdam een kunstnijverheidszaak, waarin hij tweedehands meubels en ‘gecraqueleerde flesschen’ verkocht.
Vanaf eind 1940 was hij actief in het Comité voor Vrij Nederland. Begin mei 1941 was hij samen met verzetsman Ed. de Nève betrokken bij de ontsnapping per G1-jager van Fokker-bedrijfsingenieur P.J.C. Vos. Na de arrestatie van De Nève dook Temme enige tijd onder.
Door het vervalsen van identiteitspapieren verleende Temme in 1942 hulp aan joodse kennissen. Nadat een van hen was gearresteerd met een door Temme vervalst Persoonsbewijs, deed de Sicherheitspolizei in februari 1943 een inval in zijn woning aan de Okeghemstraat. Temme was niet thuis en dook onder tot Dolle Dinsdag. Zijn zwangere echtgenote werd gearresteerd en na drie weken vrijgelaten.
Als medewerker van het recherchebureau van de Knokploeg-Amsterdam hield Temme zich vanaf september 1944 bezig met het volgen en observeren van personen van wie vermoed werd dat zij voor de Sicherheitspolizei werkten. Op 26 februari 1945 werd hij tijdens het schaduwen van F.C. Viebahn, Kriminalsekretär bij de Amsterdamse Sicherheitspolizei–Aussendienststelle aangehouden en overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Op 8 maart 1945 werd hij bij Rozenoord aan de Amsteldijk gefusilleerd.
Henk Temme ligt begraven op de Eerebegraafplaats Bloemendaal.
Heeft u aanvullende informatie over Hendrik Elbert Temme? U kunt hier uw informatie toevoegen.