Adam Rooth werkte vanaf 1921 bij de Gemeentelijke Arbeidsbeurs (later Gewestelijk Arbeidsbureau, GAB) in Amsterdam. In verband met zijn deelname aan de Februaristaking verbleef hij in 1941 gedurende zeventien dagen in gevangenschap in het Lloyd-Hotel aan de Oostelijke Handelskade.
Na zijn terugkeer naar het GAB hield hij zich bezig met het vervalsen van papieren van de medische dienst, teneinde de uitzending van arbeiders naar Duitsland te saboteren. Daarnaast verstrekte hij (financiële) hulp aan onderduikers – o.a. joodse oud-collega’s – en vervalste hij persoonsbewijzen en distribueerde hij bonkaarten.
Op 1 mei 1943 werd hij opnieuw gearresteerd, nu wegens het vervalsen van medische keuringsuitslagen en het vernietigen van vorderingslijsten. Na vijf maanden te hebben vastgezeten in de gevangenis aan de Amstelveenseweg in Amsterdam en zes maanden in kamp Vught werd hij op 25 maart 1944 vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs. Na enige tijd als gevolg van hartgebreken thuis te zijn geweest, hervatte hij zijn werk bij het GAB en ook zijn illegale activiteiten.
Vijf dagen na door het verzet gepleegde moordaanslagen op negen Duitsgezinde GAB-ambtenaren werd Rooth gearresteerd. Zij werden overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Op 18 januari 1945 werd hij met tien collega’s bij Rozenoord aan de Amsteldijk gefusilleerd.
Adam Rooth ligt begraven op de de Eerebegraafplaats Bloemendaal.
Heeft u aanvullende informatie over Adam Petrus Rooth? U kunt hier uw informatie toevoegen.