Pieter Trap was als kassier in dienst bij de Gemeentelijke Arbeidsbeurs (later Gewestelijk Arbeidsbureau, GAB) in Amsterdam. Voordat hij in dienst trad bij de Arbeidsbeurs werkte hij voor verschillende werkgevers en zat hij in militaire dienst. Zijn inkomen deelde hij met zijn gescheiden moeder.
Toen de bezetter zich in de aangelegenheden van het GAB ging mengen, wendde Trap zich met zijn gewetensbezwaren tot dominee Taeke Ferwerda, de nestor der gereformeerde Amsterdamse predikanten – Ferwerda werd op 13 september 1944 op 68-jarige leeftijd achter zijn kerk gefusilleerd nadat in de Keizersgrachtkerk wapens van een Knokploeg waren gevonden. Deze zei hem op zijn post te blijven en ‘goed werk’ te doen.
In de jaren hierna verschafte Trap regelmatig hulp aan mannen die zich wilden onttrekken aan de arbeidsinzet in Duitsland, door hen inlichtingen en vervalste papieren te verstrekken. In zijn woonplaats Duivendrecht verrichtte hij koeriersdiensten voor de Ordedienst en vanaf september 1944 was hij als ordonnans verbonden aan de Binnenlandse Strijdkrachten-Strijdend Gedeelte.
Vijf dagen na door het verzet gepleegde moordaanslagen op negen Duitsgezinde GAB-ambtenaren werd Trap gearresteerd. Zij werden overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Op 18 januari 1945 werd hij met tien collega’s bij Rozenoord aan de Amsteldijk gefusilleerd.
Pieter Trap ligt begraven op de Eerebegraafplaats Bloemendaal.
Heeft u aanvullende informatie over Pieter Jelle Trap? U kunt hier uw informatie toevoegen.