Geert de Koning woonde met zijn echtgenote, zoon en dochter in Amsterdam. Na van 1938 tot maart 1940 ondersteuning van de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Zaken te hebben ontvangen, dreef hij voor eigen rekening een winkel in snoepgoed, chocolade en surrogaatartikelen. Nadat hij deze winkel had verkocht, was hij van november 1941 tot juni 1944 uitbater van een koffiehuis en daarna als nachtwaker in dienst van de NV Amsterdamsche Gecontroleerde Particuliere Nachtveiligheidsdienst.
In de loop van 1943 zocht De Koning voortdurend contact met illegale organisaties. Nadat hij eerst zelfstandig hulp had verleend aan onderduikers, deed hij dit later in voor de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers. Na eerder actief te zijn geweest voor de Ordedienst werd hij in augustus 1944 lid van een knokploeg. Deze ploeg maakte een maand later als de gevechtsgroep-Admiraal deel uit van de Binnenlandse Strijdkrachten in Amsterdam-West.
De Koning liet in zijn woning aan de Van Rensselaerstraat regelmatig wapeninstructies houden. Hij was betrokken bij het plegen van sabotage met springstoffen en nam deel aan verschillende overvallen. De Koning stond bekend als doortastend en nergens voor terugdeinzend. Hij werd dan ook belast met het liquideren van voor het verzet gevaarlijke personen – o.a. een SS’er op het Amsterdamse Columbusplein.
Op 6 maart 1945 werd hij samen met zijn bij hem ondergedoken neef Andries de Koning gearresteerd en overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Op 31 maart 1945 werden zij bij Rozenoord aan de Amsteldijk gefusilleerd.
Geert de Koning ligt begraven op de Eerebegraafplaats Bloemendaal.
Heeft u aanvullende informatie over Gerard de Koning? U kunt hier uw informatie toevoegen.