7 februari 1945

Op 7 februari zijn vijf Amsterdammers bij Rozenoord gefusilleerd. De fusillade was een represaille op de aanslag van het verzet op NSB’er J. Feitsma.

Verzet
Op vrijdag 2 februari werd de 61-jarige NSB’er mr. dr. J. Feitsma, procureur-generaal bij het Amsterdamse Gerechtshof, door het verzet doodgeschoten. De aanslag werd gepleegd door een illegaal werker op een transportfiets, op de hoek van de Jacob Obrechtstraat en Johannes Verhulststraat in Amsterdam.

Kort na de aanslag kreeg de Sicherheitspolizei de opdracht om vijf prominente anti-Duitse personen personen uit de kringen van justitie, vrijmetselarij en communisten te fusilleren. De fusillering was het bevel van Reichsführer-SS Heinrich Himmler. Tijdens een bezoek aan Nederland had hij persoonlijk kennisgemaakt met Feitsma.

Fusillade Rozenoord
Op 7 februari werden de twee hooggeplaatste leden van de rechterlijke macht Willem Jan Hendrik Dons en Herman Julius Hülsmann thuis opgehaald en direct afgevoerd naar fusilladeplaats Rozenoord. Ook Jacob Smuling, vooraanstaand lid van de verboden vrijmetselarij, werd die dag opgehaald en afgevoerd. Alledrie hadden zij een openlijk anti-Duitse houding of verrichte werkzaamheden voor het verzet.

Jacques Bak en Cesar Willem Ittmann waren in januari door de Sicherheitspolizei gearresteerd. Van Bak werd aangenomen dat hij een leidend figuur was binnen de Raad van Verzet. Ittmann was chirurg en verleende belangeloos medische hulp aan verzetsmensen en (joodse) onderduikers. Zij zaten gevangen in het Huis van Bewaring aan de Weteringsschans. Vanwege hun hoge status werden zij geselecteerd om gefusilleerd te worden als represaille op de aanslag op Feitsma.

Op 7 februari 1945 werden de vijf mannen gefusilleerd bij Rozenoord aan de Amsteldijk.