Johannes Werst was timmerman in Amsterdam. Op 22 december 1944 werd hij door Amsterdamse politierechercheurs op straat aangehouden op verdenking van het plegen van roofovervallen. Hij werd voor ondervraging meegenomen naar het Hoofdbureau van de politie aan de Elandsgracht. In het proces-verbaal van Werst is opgesteld dat hij samen met vijf anderen diverse roofovervallen ten eigen bate had gepleegd.
In de daaropvolgende twee weken werden Werst’s kompanen Jonkhart, Krop, Siem, Spel en Frank (schuilnaam van Ernst Ludwig Wagner) gearresteerd. Vier van hen kenden elkaar als bewoners van de Amsterdamse Willemstraat. Naar aanleiding van verdere verhoren van de medeverdachten werd in het proces-verbaal vastgelegd dat de mannen tijdens hun activiteiten gekleed gingen in Duitse uniformen en dat Frank zich had uitgegeven als SD-ambtenaar.
Het Amsterdamse Hoofdbureau van politie droeg de mannen over aan de Sicherheitspolizei. Zij werden overgeplaatst van het politiebureau Elandsgracht naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans, waar een veel strenger regime heerste. De verdachten waren overgeleverd aan de willekeur van de Sicherheitspolizei. Rauter tekende zonder verder onderzoek het doodvonnis over de zes mannen. Zij konden op ieder willekeurig moment, zonder directe aanleiding, door de Sicherheitspolizei gefusilleerd worden.
Op 31 januari 1945 werden de zes mannen bij Rozenoord aan de Amstelijk gefusilleerd.
Heeft u aanvullende informatie over Arnoldus Hermanus Johannes Werst? U kunt hier uw informatie toevoegen.
Vermeende overvallers
Ik heb uw website met grote interesse geraadpleegd. Bij gefusilleerde vermeende overvallers raad ik u aan om na te gaan of het gefusilleerde slachtoffer van joodse afkomst is. Als het slachtoffer niet-joods is, raad ik aan om na te gaan of het een zgn. werkweigeraar kan zijn, iemand die een werk-opdracht van de Duitsers heeft geweigerd. Deze twee redenen komen het meeste voor, er zijn nog andere mogelijke redenen maar dan wordt het erg moeilijk om nog iets na te trekken. Ter uwer informatie, de Sicherheitsdienst hield zich op geen enkel moment tijdens de oorlog bezig met het opsporen/vervolgen van overvallers met uitzondering van één geval in november 1944 van gedeserteerde NSKK-ers en landwachters in Zuid-Holland. Ik kom zelf uit Rotterdam, mijn oma was erg gesteld op haar (achter)neef, deze neef had drie joodse grootouders en hij was getrouwd met een vrouw met het Ned-Israelitisch geloof. Onze neef en zijn gezin waren ondergedoken in Rotterdam, maar zowel hijzelf als de onderduikgevers waren in geldnood, hij is in september 1944 geld gaan lenen bij vrienden en niet teruggekomen. Onze neef is als “overvaller” gefusilleerd in Rotterdam tesamen met twee andere vermeende overvallers, allebei van joodse afkomst. Eén van de gefusilleerden (een ondergedoken 18-jarige joodse scholier) zou zich als lid van de Sicherheitsdienst hebben uitgegeven, maar deze beschuldiging komt niet voor in het dag-nachtrapport van de aanhouding door de politie, de beschuldiging is daarmee zeker gelogen. Ik ben nu zelf druk bezig met de Rotterdamse gefusilleerden te onderzoeken, ik heb helaas geen tijd om mij voor de Amsterdamse slachtoffers in te zetten. Ik merk dat de verhalen over vermeende overvallers gekopieerd lijken, met andere woorden de collaborerende agenten en de SD lijken dezelfde leugens te gebruiken in zowel Amsterdam als Rotterdam. De gedeserteerde Duitser is (te) veel voorkomend verhaal net als de (te) veel gestolen Duitse vrachtwagens. Verder zijn in Rotterdam een aantal joodse onderduikers vermoord als vermeende verzetstrijders. Ik hoop dat u iets heeft aan deze informatie voor uw onderzoek.