In de hongerwinter 1944-1945 hielden enkele op Weteringschans 137-boven wonende / ondergedoken jongemannen – Johan Bais, Theodoor van Gogh, Hans Schippers – zich bezig met het verzamelen en per bakfiets distribueren van voedsel van diverse pakhuizen naar BS’ers. Nadat één van deze adressen door buren was verraden en grotendeels door de Sicherheitspolizei (Sipo) was leeggehaald, werd besloten een partij van ca. 4500 geroosterde broden met spoed te verspreiden. Toen Bais en een bakfietsknecht op donderdagochtend 1 maart 1945 bezig waren 20 baalzakken brood – die de vorige dag tijdelijk op de Weteringschans waren ondergebracht – verder te distribueren, werden zij aangehouden. Terwijl Bais weigerde te zeggen vanwaar hij kwam, noemde de knecht het Weteringschans-adres. Zwarte handel vermoedend werd de Sipo ingeschakeld en kort hierna vond een inval plaats op de Weteringschans, waarna iedereen die het pand die dag betrad of naderde, werd gearresteerd.
Toen Willem van der Velden met vitamines voor de kinderen van het op de parterre van de Weterinschans 137 wonende echtpaar Messer-Heijbroek binnenkwam, werd ook hij aangehouden door de voor de Sipo werkzame M. Kuiper en – samen met Bis en de eveneens die dag op de bovenverdieping of bij het pand gearresteerde Joop Beunders, Theodoor van Gogh, Gijs Gorter, Cornelis Hendrikus de Groot, W. Messer, Hans Schippers en F.P. (Frank) Wibaut (neef van Van Gogh) – overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Door interventie van chirurg prof.dr. M.N. Roegholt, oogarts dr. F. Wibaut en kinderarts N.I. Heijbroek – die in het Wilhelmina Gasthuis met Sipo-medewerker Kuiper spraken toen hij daar zijn door Roegholt geopereerde vrouw bezocht – werden Messer en Wibaut vrijgesproken. De overige zeven mannen werden een week na hun arrestatie op 8 maart 1945 bij Rozenoord aan de Amsteldijk gefusilleerd.